Op naar Brisbane

Vanaf Sydney was het doorplanken naar Brisbane, zo’n 1.000 km hoger. Zeker omdat we ’s ochtends toch nog graag het wereldberoemde Bondi-beach wilden bekijken. We hebben er ontbeten in onze camper, en vol medelijden gekeken naar de klasjes die surfles kregen in de stromende regen. Met slechts een paar korte stops, vooral bij de parkeerplaats-campagne “drive revive survive” waar we gratis koffie en koekjes kregen en bij de highlights die Mark Blaak ons had aangeraden, toerden we verder door de regen.

Brisbane, de hoofdstad van Queensland, staat bekend om zijn zachte klimaat. Vanaf Brisbane omhoog langs de oostkust vind je de mooiste zandstranden van Australie, heuvels en valleien met regenwoud en kristalheldere meren. Een aantal plaatsen als Townsville is een belangrijke poort naar de vele eilandjes rond het Great Barrier reef. Het is er volgens de boeken altijd zonnig. Ze zeggen zelfs dat je voor een koeler alternatief dan het warme klimaat aan de kust beter wat landinwaarts kan gaan.. Nou, sinds wij zijn aangekomen in Sydney, is er meer regen gevallen dan de rest van het jaar.

De mensen hier zijn ook verbaasd, het regent zelden in Brisbane. En zeker niet zo hard en ook niet zo lang.. Nu denken jullie misschien dat we ons aanstellen, maar die -16 graden en 60 cm sneeuw van jullie is er niks bij!

We gaan nog een paar dagen genieten van ons hotel, het naastliggende internetcafe en de ondergrondse winkelmall, voordat we noordelijker gaan reizen. Op zoek naar de dingo’s, de aboriginals, de gouden zandstranden, de beloofde zon, en niet te vergeten: Erwin!